#2 Fender Rhodes

UFO
Als jonge jongen was je flink aan het sparen om een fatsoenlijk instrument te kunnen kopen. Dat hoefde niet meteen top of the bill te zijn, als er geluid uit kwam was het al snel mooi.
Zo herinner ik me van mijn eerste bandje dat de toetsenman een orgel op de kop getikt had. Daar hoorde natuurlijk een leslie box bij, om het rotor-geluid van een echte Hammond te benaderen. De pianist was een handige snuiter, en hij besloot om er zelf een te bouwen. Vol trots kwam hij na een paar weken de oefenruimte binnen met zijn creatie. Alles zat er op en aan: een houten kast, de roterende hoorn die werd aangedreven door een oude naaimachine-motor, een prachtding.

Enfin, de boel aangesloten, en warempel: het werkte! Enthousiast gooide hij bij het eerste nummer de leslie aan, en de rotor begon te roteren. Steeds sneller ging die propellor, en toen bleek dat de pianist wat zuinigjes was geweest met de lijm.. De hoorn schoot opeens los en vloog met duizelingwekkende snelheid rakelings langs mijn oor.
Het had dus weinig gescheeld of Johannes had de podcast in z’n eentje moeten doen..;-)

Standaard
De Hammond werd op het eind van de seventies langzaamaan verdrongen. Begin jaren ’80 was de standaard uitrusting van een toetsenman in een funk-soulband: onderop de Fender Rhodes, in het midden de clavinet (van Hohner natuurlijk), en bovenop de Minimoog synthesizer. Best wel een opgave om dit geheel van een beetje stevige constructie te voorzien..
Bij ons was het dan ook wachten op de meest onhandige roadie, die dan druk bezig was met allerlei kabels op het podium. Hij hoefde er niet eens hard tegenaan te lopen, de hele handel donderde toch wel in elkaar. Altijd weer spannend om te kijken of iets het nog deed. Meestal was je blij met 2 out of 3, dan kon er gespeeld worden..;-)

Zuiver?
Wat in die tijd ook een dingetje was: stroom. De Minimoog was een super instrument, maar hij was wel afhankelijk van een continue en gelijkmatige stroomvoorziening.
Ik kan me herinneren dat we met Fruitcake op een ferry naar Harwich moesten spelen. Blijkbaar vergden onze spullen nogal wat van de aggregator aan boord, want de Moog was bepaald niet toonvast te noemen. Als je al zeeziek was en je luisterde ook nog eens naar het irritante gejengel van de synth, dan was je verzekerd van een vroegtijdige orale lozing..

Dus geef ons maar de Fender Rhodes, die blijft altijd zuiver en laat je nooit in de steek!

Je kon het ook te bont maken